De tekst van zakdoekje leggen is al meerdere keren veranderd, dit komt doordat het een oeroud liedje is. Maar natuurlijk nog steeds heel leuk om te zingen! Wij hebben voor jou de 3 varianten verzameld, kies de variant uit die jij het leukste vindt. En veel plezier!
- Zakdoekje leggen,
- Niemand zeggen,
- Ik heb de hele nacht gewaakt.
- Twee paar schoenen heb ik afgemaakt:
- Eén van stof en één van leer,
- Hier leg ik mijn zakdoekje neer.
Of:
- Zakdoekje leggen,
- Niemand zeggen,
- "Kukeleku" zo kraait de haan.
- Ik heb maar twee paar schoenen aan:
- Eén van stof en één van leer,
- Hier leg ik mijn zakdoekje neer.
Of:
- Zakdoekje leggen,
- Niemand zeggen,
- "Kukelekuu", zei/kraait onze haan.
- Twee paar schoenen heb ik aangedaan/afgedaan
- Eén van stof en één van leer,
- Hier leg ik mijn zakdoekje neer.
Als het kind de zakdoek achter iemand heeft gelegd, kan het volgende worden gezongen:
- Kijk voor je..
- Kijk achter je..
- Wie hem vindt/heeft, die mag me pakken
Of:
- Alle ogen zijn gesloten, en wie er omkijkt die krijgt hem niet, die krijgt hem niet,
- Kijk om.
De Spelregels van zakdoekje leggen
De kinderen, zitten in een kring. Een kind loopt buiten om de kring heen. Dit kindje heeft een zakdoekje in zijn hand. De kinderen in de kring zingen het liedje "zakdoekje leggen niemand zeggen". Alle andere kinderen hebben hun ogen goed dicht zodat ze niets zien, de zakdoeklegger mag niet gezien worden. Op een willekeurig moment legt het kind de zakdoek achter een kind dat in de kring zit.
Aan het eind van het lied kan ook nog worden gezongen: 'Kijk voor je / Kijk achter je. Wie hem vindt/heeft, die mag me pakken.
Aan het einde van het liedje doen de andere kinderen hun ogen open en kijken achter zich. Het kind bij wie de zakdoek ligt, staat op en probeert de zakdoeklegger zo snel mogelijk te tikken. Dat moet voordat de zakdoeklegger om de kring is gelopen en op de lege plek van de tikker is gaan zitten. Het spel eindigt als dat kind getikt wordt of is gaan zitten. Als het kind getikt is, moet hij nog een keer met de zakdoek lopen. Als het hem lukt om te gaan zitten, is het kind dat de zakdoek heeft gekregen de nieuwe zakdoeklegger en begint het spel opnieuw.
Soms wordt het spel met jongere kinderen zo gespeeld dat degene bij wie het zakdoekje gelegd is daarna altijd aan de beurt is, ongeacht of het lukt om de vorige te tikken. Soms in combinatie met de regel dat je maar één rondje om de kring mag rennen in een poging de vorige zakdoeklegger te tikken.
Kukeleku zegt onze haan. Twee schoenen heb ik aan.<br />
Een van stof en een van leer. Waar leg ik mijn zakdoek neer. <br />
Alle ogen zijn gesloten, wie er omkijkt krijg hem niet.<br />
Eer eer schoenensmeer, hier leg ik mijn zakdoek neer.<br />
<br />
Als er werd gelopen zongen wij,<br />
Lopen maar lopen maar, loop maar in het rond, wie niet kan lopen is niet gezond.
<br />
Maar het begint ook weer te dagen, hoe dat was. Ik zou hier niet zijn als het niet wasdag ik het probeerde uit te leggen aan mijn kinderen en niet verder kwam dan de eerste 2 regeltjes.<br />
<br />
En dan toch willen weten, en dan toch ineens weer daar zitten, 3-4-5 jaar oud in die kring op de kleuterschool. <br />
<br />
Nice